Nieuwsmedia
data leggen verborgen patronen bloot


Techniek helpt
de traditionele
journalistiek vooruit
De aanleg van loopgraven langs de Oekraïense grens of het blootleggen van een trollenleger: Open Source Intelligence (OSINT) helpt de journalistiek om de werkelijke feiten boven tafel te krijgen. Xander van Uffelen, chef Data en Onderzoek van de Volkskrant, geeft een kijkje in zijn nieuwe keuken.

Xander van Uffelen
(55),Chef Data & Onderzoek bij de Volkskrant
“E
igenlijk zijn we bij de Volkskrant al in 2019 begonnen met verhalen te maken op basis van Open Source Intelligence (OSINT): een techniek waarbij publieke data voor onderzoek wordt gebruikt. Er wordt gebruikgemaakt van verschillende bronnen, zoals social media of forums. In eerste instantie was dat nog fragmentarisch. Pas tijdens de coronapandemie, toen cijfers een grote rol speelden, en later met de oorlog in Oekraïne, werd OSINT een vast onderdeel van ons werk op de redactie. Vooral die oorlog werd een keerpunt, omdat je de feiten niet aan de Russische zijde kon checken. Toen bleek maar weer dat openbare bronnen cruciaal kunnen zijn om de waarheid te achterhalen.
“We deden al eerder ervaring op met OSINT, zoals bij het blootleggen van het trollenleger van zanger Dotan, die via fake accounts zijn eigen fans creëerde, of het verhaal over het verborgen gezin in Ruinerwold. Het onderzoek naar beide verhalen was ontzettend arbeidsintensief, waardoor zo’n manier van werken ook weer snel naar de achtergrond verdwijnt. Door de oorlog in Oekraïne kregen we een vast team, met daarin collega’s Pieter Sabel en Erik Verwiel, en de toepassing van OSINT groeide structureel. We onderzochten bijvoorbeeld al vrij snel na de gebeurtenis de Hamasaanval op het Israëlische festival, maar ook de aanleg van Russische loopgraven langs de Oekraïense grens.
“Wat OSINT zo krachtig maakt, zijn natuurlijk de technologische ontwikkelingen. Denk aan AI, vertaalsoftware, satellietbeelden die zelfs op verzoek kunnen worden gemaakt, en gezichtsherkenning. Zo hebben we Russische familieleden van soldaten kunnen benaderen die tijdens de oorlog waren gesneuveld. De mogelijkheden zijn enorm. Wij identificeerden een dode soldaat door zijn foto te vergelijken met een kinderfoto op de Russische Facebooksite van zijn moeder. Dat leverde een 1-op-1-match op.
“Je leert AI bijvoorbeeld om een beek van een weg te onderscheiden en uiteindelijk analyseert de software zelfstandig”
“Op dit moment werken er twee mensen fulltime met OSINT, aangevuld met collega’s van andere redacties. Het team bestaat uit drie groepen: cijferspecialisten, traditionele onderzoeksjournalisten en twee OSINT-experts. Samen maken zij koppels, afhankelijk van het verhaal. Die samenwerking is essentieel. Je moet niet alleen nieuwsgierig en vasthoudend zijn, maar ook technisch inzicht hebben en goed kunnen samenwerken. Soms werk je ook samen met collega’s van bijvoorbeeld binnenland-, buitenland- of economieredacties. Dan bouw je samen een verhaal.
“Een goed voorbeeld van OSINT is onze reportage over de goudmijnen in Suriname. Sommige locaties zijn daar te gevaarlijk of gewoonweg niet bereikbaar. Dan helpen satellietbeelden en AI. Je leert AI bijvoorbeeld om een beek van een weg te onderscheiden en uiteindelijk analyseert de software zelfstandig. Op die manier brengen we patronen in kaart die anders verborgen zouden blijven.
“Het mooie aan OSINT is dat het nieuwe mogelijkheden biedt om verhalen te vertellen, vooral online. Met video, audio, fotografie, grafieken en tekst kun je een compleet beeld schetsen. Longreads en interactieve scroll overs, zoals bij het Surinaamse goudmijnverhaal, versterken de online journalistiek. Maar het blijft een uitdaging. Soms steek je veel energie in een project, zoals we hebben geprobeerd binnen te komen in de appgroep van de relschoppers die de Maccabi-fans aanvielen. Helaas zonder resultaat. Op een gegeven moment moet je dan stoppen en accepteren dat iets niet lukt.
“Ik zie OSINT als een adolescent. Het is nu nog nieuw en spannend en we hebben veel onderwerpen liggen, maar over tien jaar is OSINT onderdeel van het reguliere werk. Dan combineer je het met traditionele journalistiek en ga je bijvoorbeeld de straat op, zoals we voor het verhaal over de explosie in de Tarwekamp deden.
“In het begin zoek je nog heel veel dingen zelf uit. Je leert ook dat je informatie kan halen bij een hoogleraar in Washington die het allemaal al heeft uitgezocht. Dan is het net als cijfers opvragen bij het CBS. Je gaat slimmer opereren en een netwerk opbouwen waardoor je sneller en makkelijker gaat werken. OSINT wordt dan een vast onderdeel van je informatiebronnen. In plaats van pionieren wordt het weer je reguliere werk.’’
